vrijdag 15 juli 2016

Dag 33

Gisteren leek ik over superkrachten te beschikken; ik dacht zelfs aan de mogelijkheid de camping te Moerdijk over te slaan en door te fietsen naar huis; maar dat zou zéér overmoedig geweest zijn... Vandaag heb ik nog 98 km moeten fietsen om thuis te geraken. De superkrachten waren verdwenen; de rit van gisteren was nog sterk voelbaar in de dijen. Het ontbijt heb ik overgeslagen - ik zat doorheen mijn voorraad. Ik heb me wel bevoorraad onderweg, maar dat was pas te Etten-Leur - niet zo ver meer van de Belgische grens. De fietsreis is nu ten einde. Ik heb in het totaal 2.530 km gefietst. Het was dikwijls afzien, onder meer vanwege de zware klimpartijen, de slechte staat van het wegdek, het fietsleed onderweg, het wispelturige weer, de brutale ‘midges’… Maar ik heb er toch ook van genoten. Een maand lang heb ik in Schotland kunnen genieten van het karakteristieke landschap, de natuur, de geschiedenis, de mensen… en niet het minst van de Schotse keuken (nu weet ik tenminste dat haggis heel lekker is...) – die verdient zeker navolging; om thuis verder te genieten heb ik alvast een flesje Schotse whisky aangeschaft…

N.B. Foto’s van de reis zullen aan de blogberichten stukje bij beetje worden toegevoegd. Nu wil ik vooral uitrusten...

donderdag 14 juli 2016

Dag 32

Het traject Itegem - IJmuiden, dat ik berekend had met de routeplanner van de Nederlandse fietsersbond, fiets ik nu in tegenovergestelde richting. Vanaf de brug over de Nieuwe Maas te Rotterdam heb ik niettemin een ander traject gekozen, berekend aan de hand van de GPS-kaart Topo Benelux Pro. Vanaf Achtmaal (Noord-Brabant) zal ik terug over het traject van de fietsersbond rijden - maar dat is voor morgen. Na 125 km vond ik gelegenheid tot overnachting en het nuttigen van een stevige maaltijd - ik had niets meer gegeten sinds het ontbijt op de ferry - op de camping 'Residence Waterweelde' te Moerdijk, ten zuiden van Hollands Diep. Het was even wennen om weer rechts te rijden, of bij het oprijden of het oversteken eerst links dan rechts te kijken - en niet omgekeerd. Het was vandaag een heel aangenaam fietsweer, warm - en, heb ik sommige mensen op de camping horen klagen, winderig... en vanmorgen zou het ook nog geregend hebben... Ik herinner mij een zekere Schot te Kingussie die het onvoorspelbare, regenachtige en bijwijlen stormachtige weer van zijn land best oké vond, en als de zon eens scheen, was dat mooi meegenomen. We mogen niet klagen...

woensdag 13 juli 2016

Dag 31

Omdat ik gisteren zoveel kilometers had gereden, was de terminal uiteraard niet meer zo veraf. Om de tijd te doden heb ik in een slakkengangetje over de zeedijk gereden. Eens op mijn bestemming bleek het nog te vroeg om in te checken; dus besloot ik in het verderop, te North Shields gevestigde restaurant 'Brewers Fayre' iets te gaan eten. Uiteindelijk heb ik er twee maaltijden plus een dessert verorberd. Oeps... de sleutel van de hotelkamer bleek nog in de achterzak van mijn fietstruitje te zitten; die stuur ik pas terug als ik thuis ben. Door mijn getreuzel arriveerde ik bijna te laat op de terminal om in te schepen; op het cardek vond ik bijgevolg nauwelijks nog een plekje om mijn fiets te stallen. De hut die mij is toegewezen, bevindt zich alleszins op een - vooralsnog - rumoervrije gang; de rust is mij gegund. De fietsreis zit er uiteraard nog niet op; morgen én overmorgen fiets ik vanaf IJmuiden terug naar huis, over een gedeeltelijk ander parcours dan de heenrit. Ach ja... het aantal gereden kilometers bedroeg vandaag 13; een echte rit was het natuurlijk niet.

Dag 30

Het was een - aanvankelijk - aangename rit, met mooi weer, over een af en toe moeilijk berijdbaar parcours, zoals het wandelpad doorheen het duinengebied vanaf mijn bevoorrading te Embleton. Het tij keerde toen ik op zoek ging naar een gelegenheid om te overnachten. Net als alle andere fietstrekkers die mijn pad kruisten, ondervond ik hieromtrent grote moeilijkheden. Langs de oostkust vind je weliswaar tal van die zogenaamde 'Holiday Parks', die eens ter plaatse geen echte campings blijken te zijn, maar een verzameling dicht op elkaar gepakte barakken, waar je met een tent absoluut niet terecht kan. Ik dacht op een gegeven moment toch een echte camping onder de POI's van mijn GPS gevonden te hebben; dat was te Stakeford, waarvoor ik ettelijke kilometers van mijn route ben afgeweken, zowel doorheen druk autoverkeer als over moeilijk berijdbare wandelpaden.
Maar... eens ter plaatse bleek er geen camping meer te zijn. Wildkamperen vond ik in die regio geen optie, of ik moest wachten tot zonsondergang. Ik ben dan maar op zoek gegaan naar een hotel. Vanaf Blyth zou er voldoende keuze zijn. Maar het ene hotel na het andere bleek definitief gesloten te zijn. Waar het Thoroton hotel had moeten zijn, was het een groezelige buurt met wat bruine cafés, meer niet; het Reef hotel was een leegstaand, vervallen pand. Ik ben doorgereden tot Whitley Bay, op zoek naar het Rex hotel, maar ook dat hotel bleek eens ter plaatse een spookgebouw.
Gelukkig heb ik er toch nog één in de buurt gevonden, het Windsor hotel, waarvan ik mij, eens in de kamer, afgaand op de staat ervan, afvroeg hoelang dit hotel het nog zou uitzingen. Het moest een relaxte fietsdag worden, maar door al dat vruchteloze gezoek, grotendeels over minder fietsvriendelijke wegen, is het een - vooral mentaal - heel vermoeiende dag geworden. Onbedoeld heb ik zo'n 120 km gefietst. 8 u lang heb ik op het zadel gezeten !

maandag 11 juli 2016

Dag 29

Vandaag was het een lange rit : 117 km. Vanmorgen had ik het besluit genomen de oostkust te zullen bereiken, weer of geen weer. En vanmorgen regende het fel; uitgerekend toen ik al mijn bagage had ingepakt en de tent had afgebroken, hield het op met regenen; in de loop van de dag heeft het nog gemotregend; maar vanaf Kelso trok de hemel open, scheen het zonnetje en voelde het van tijd tot tijd zelfs zomers aan. Het thalassamoment - waarop ik reeds van verre de zee kon zien - was er al na zo'n 80 km, schat ik. Maar de route verliep met een grote noordwaartse bocht - waardoor ik eventueel ter hoogte van West Mains nog een excursie naar Holy Island had kunnen maken - naar Waren Mill, dat mijn eindbestemming is geworden omwille van de aldaar gelegen camping, Budle Bay Campsite. Het was een landschappelijk heel mooie rit. Vooral vanaf mijn bevoorrading te Darnick, was het spectaculair - omdat ik daar moest klimmen uiteraard, 'no pain, no gain'. Zo heb ik uiteindelijk 'Scott's view' bereikt, de lievelingsplek van de schrijver Sir Walter Scott, met zicht op onder meer de meanderende River Tweed en de Eildon Hills - oftewel Trimontium, naar de vindplaats van een aldaar gelegen Romeins legerkamp met vicus en amfitheater. 'Flodden field' passeerde ik ook; dat is de naam van het slagveld waar de Engelsen de Schotten in 1513 een vernietigende nederlaag bezorgden. Dat was trouwens net voorbij de huidige grens tussen Schotland en Engeland...

zondag 10 juli 2016

Dag 28

Pamela, de hospita van Lindsay Guest House, heeft vanmorgen speciaal voor mij porridge klaargemaakt. Dat bleek de vorige ochtend niet op de menu te staan. Voor het geval ik graag porridge wou, kon dat zeker de volgende ochtend geregeld worden. Ik heb er geenszins op aangedrongen... Edinburgh en het voorstedelijk gebied heb ik tot mijn verbazing voor een groot gedeelte over vrijliggende fietspaden en autovrije en -luwe wegen kunnen uitfietsen. Het daaropvolgende, landelijke traject doorheen de Moorfoot Hills bracht me tot ongeveer 415 m hoogte (dit is de niet gekalibreerde hoogte aangegeven op de barometrische hoogtemeter van mijn GPS - deze blijkt nogal sterk af te wijken van de hoogte weergegeven op de kaart, i.e. 455 m ! ). Na een afdaling tot ongeveer 300 m hoogte moest ik opnieuw een 75-tal meters klimmen. Het klimwerk viel best mee. Het was vooral de krachtige wind, die vanuit het zuiden door de valleien raasde, die de etappe zo lastig maakte. De wind voerde bovendien koude lucht aan met zo nu en dan een vlaagje regen. Omdat ik vannacht nog koortsig had liggen zweten, maakte ik me onderweg ook nog zorgen om ziek te worden. Na een tweede afdaling tot ongeveer 150 m hoogte, heb ik het te Innerleithen voor bekeken gehouden, en als overnachtingsplaats het Tweedside Caravan Park uitgekozen. Bij de toegang naar de tentweide zag ik een bord hangen met de daarop voor mij zeer geruststellende woorden : 'No ballgames !'. Ik heb vandaag de kaap van 2.000 km overschreden. De dagteller stond op 66 km.

zaterdag 9 juli 2016

Dag 27

De citytrip heb ik vandaag gemaakt. Ik heb vandaag dus niet gefietst. De fiets bleef op stal. Deze beslissing heb ik pas laat op de ochtend gemaakt. Ik dacht, nu ik hier toch ben, in de hoofdstad van Schotland... en nog zeeën van tijd heb... Op één dag kan je uiteraard niet alles zien, dus heb ik me beperkt tot het verkennen van Old Town (de binnenstad van Edinburgh bestaat uit twee delen, Old Town en New Town).
Old Town is zoals de naam al doet vermoeden het oudste gedeelte van de stad, en bestaat uit een hoofdstraat, die de Royal Mile wordt genoemd, van waaruit stegen vertrekken in een visgraatpatroon. De Royal Mile verbindt Edinburgh Castle in het westen - dat ik niet van binnenuit heb verkend, maar wel zou hebben gedaan als het regende - met Holyrood Palace in het oosten - waar thans de Queen 'in residence' is, en om die reden niet door gewone stervelingen - zoals ik - kon worden bezocht. De Royal Mile zelf bulkt van de toeristische winkels - ik had er een mooie kilt van tartan kunnen kopen; dat zou me niet hebben misstaan; maar ja, in België daar mee rondlopen... -, restaurants, cafés e.d.
Ik heb het grootste gedeelte van mijn tijd doorgebracht in Holyrood Park, waar ik onder meer de imposante Salisbury Crags - basalten kliffen - en Arthur's Seat - het hoogste punt (251 m) - heb beklommen. Ter afsluiting heb ik me nog eens overgegeven aan een slemppartij; de ene schotel volgde op de andere, allemaal doorgespoeld met bier en sterke drank...

vrijdag 8 juli 2016

Dag 26

Vandaag heb ik 71 km over niets anders dan jaagpaden gereden. Deze waren alle onverhard, bestaande uit aangestampte grond, fijne grind of grove steenslag. Ze waren meestal heel smal - op een gegeven moment niet breder dan een fietsspoor, nog net zichtbaar in de ongemaaide oevervegetatie. Dat maakte het passeren en kruisen van andere fietsers en wandelaars er niet makkelijk op. Volgens Elisabeth, de gastvrouw van de Twechar Farm B&B, zou het de voorbije nacht heel erg geregend hebben. Ik heb er niets van gehoord - ik sliep als een roos. De sporen van de wolkbreuk waren vandaag alleszins nog zichtbaar; ik heb vele plassen moeten doorwaden; het pad leek bijwijlen in een modderpoel geschapen. Ik maakte bijgevolg nauwelijks voortgang; soms reed ik kilometers lang niet sneller dan 8 km/u (zoals bij een steile beklimming).
De jaagpaden hebben vroeger dienst gedaan voor het personen- en goederenvervoer per trekschuit over het Forth & Clyde Canal en het Union Canal, gegraven in de periode 1768 - 1822 tussen Glasgow en Edinburgh. Beide kanalen, die enkel nog een recreatieve functie hebben, moeten te Falkirk een hoogteverschil van een dertigtal meter overbruggen. Daarvoor is een technisch hoogstandje gecreëerd, het zogenaamde Falkirkwheel, een draaiende bootlift zeg maar. Dat was, naast het viaduct over de River Avon, het hoogtepunt van de anders nogal saaie rit.
Het weer werd in de loop van de dag alsmaar beter : aanvankelijk nog bewolkt en wisselvallig (regen) en later op de dag warm, met een stralend zonnetje. Eens te Edinburgh heb ik de rit voor bekeken gehouden en mijn zoektocht naar een kamer ingezet. Ik had meteen beet. In het Lindsay Guest House was nog een 'single room' vrij. Ik had nog te voet een citytrip kunnen maken, maar ik was te moe.

donderdag 7 juli 2016

Dag 25

Na een stevig ontbijt - ik som het graag nog eens op : een grote kom porridge, een full scottish breakfast, dat dit keer uit spek, een gepocheerd ei, worst, black pudding, haggis, champignons, tomaten en bonen in tomatensaus bestond, alsook geroosterd brood met confituur, een groot glas appelsap en twee kopjes koffie met veel suiker en een wolkje melk - ben ik naar diezelfde outdoor-winkel als gisteren gereden, heb er de bandendruk gecontroleerd en zowel vooraan als achteraan op 50 psi oftewel 3,45 bar gezet - kwestie van de puntjes op de i te zetten. De Chinese buitenband zou vandaag sowieso vol steentjes gezeten hebben - met alle gevolgen vandien. Doorheen het 'Loch Lomond and The Trossachs National Park' moest ik continu over grindpaden rijden en op een gegeven moment zelfs over zware steenslag - qua grootte vergelijkbaar met die van een spoorwegbedding.
Zo ruig is het wegdek van de gehele route nog niet geweest. Ook het asfalt was vaak slecht onderhouden, met veel losliggende grindkorrels tot gevolg, en putten in de weg. Het grillige weer - de ene keer koud en regenachtig, dan weer warm en zonneschijn -  zorgde voor het enerverende aan- en uittrekken van de Gore-Tex-regenjas en -broek. Ook irritante insecten waren weer van de partij - al dan niet stekend -, die me aanvielen zodra ik even talmde of halt hield, om bijvoorbeeld op adem te komen na een stevige beklimming. En nu genoeg gezeurd. Want het was een mooie etappe, met onder meer de passage over het Glen Ogle Viaduct - daar heb ik een selfie gemaakt met behulp van mijn Joby gorillapad - en de beklimming vanuit Fintry tot meer dan 330 m hoogte, gevolgd door een spectaculaire afdaling tot Lennoxtown. In Lennoxtown wou ik overnachten, maar het enige hotel aldaar bleek volgeboekt. Ook in Milton of Campsie - in mijn zoektocht ben ik dus even van de route afgeweken - en in Kirkintilloch ving ik bot.
Ik ben dan maar doorgefietst, over het jaagpad van het Forth & Clyde Canal, tot ik in Twechar een bordje met B&B opmerkte. Daar heb ik gelukkig, nog net voor het opnieuw begon te regenen, in de Twechar Farm B&B een kamer op de kop kunnen tikken. Op de kilometerteller stond al meer dan ik me had voorgenomen : 98 km.

woensdag 6 juli 2016

Dag 24

Vanmorgen bleek de achterband zeer veel druk verloren te hebben. Om de oorzaak te achterhalen heb ik zowel binnen- als buitenband grondig gecheckt. Het was geen scherp scherfje silex, maar een redelijk stomp partikeltje steengruis, dat blijkbaar als boter door die buitenband van Chinese topkwaliteit was gegaan. Het plakken en testen van de binnenband nam niet zoveel tijd in beslag - voor de verandering scheen eens de zon, waardoor de lijm sneller kon drogen. Toch was ik ook vandaag pas om 10u vertrekkensklaar. Onderweg was ik er niet gerust op. Meer dan geregeld wierp ik een angstvallige blik op de achterband - "verliest hij weer druk?". Ook het wegdek baarde me zorgen. Ik vreesde voor kilometerslange onverharde trajecten en meed zoveel als mogelijk losliggende stukjes grind op het asfalt, dat doorgaans van zeer slechte kwaliteit was. Een krachtige wind vanuit het zuidwesten heeft het zonnetje gauw doen verdwijnen achter een dik pak regenwolken. Uiteindelijk heeft het onophoudelijk geregend over het gehele traject langsheen Loch Tay. Er moest aldaar zeer stevig klimwerk geleverd worden. Ik ben er een reebokje tegengekomen, dat mij een hele tijd heeft aangestaard, tot het wegvluchtte vanwege een naderende auto. De weg was er weer zo smal, dat ik noodgedwongen moest stoppen of gebruik maken van de zogenaamde 'passing places' om auto's te laten passeren of kruisen. Gelukkig was het een autoluw traject, of zoals op de borden ter plaatse stond aangegeven een 'walking and cycling friendly road'. Bij mijn aankomst te Killin, kwam ik terug in de bewoonde wereld, vol B&B's en hotels. En vlak voor het hotel/restaurant dat ik in mijn zoektocht naar een verblijf voor een redelijke prijs had uitgepikt - met name 'Capercaillie' -, hoorde ik een luid psssssst ! Mijn achterband stond kort daarop volledig plat. Wat een timing ! Ik heb in het stadje gelukkig een outdoor-winkel gevonden die 26' buitenbanden van Continental verkoopt. Binnenbanden heb ik er ook gekocht. De reservebanden die ik al zovele jaren op mijn fietsreizen meezeul, blijken verduurd te zijn. De oorzaak van de lekkage was dit keer een losgekomen ventiel (tijdens de watertest meende ik trouwens ook kleine fitjes langs de naden opgemerkt te hebben). Ik ben vooral blij van die Chinese rotzooi bevrijd te zijn. In het restaurant heb ik nog eens goed doorgebrast. Ik had het nodig... Oeps bijna vergat ik nog mee te delen hoeveel kilometers ik vandaag gereden heb. Het zijn er weer minder geworden dan ik had gewild : 69 km.

dinsdag 5 juli 2016

Dag 23

Ik ben pas laat vertrokken - het was al 10u. De route ging verder doorheen het dal van de River Truim en de River Garry, in de Grampian Mountains. Vanaf Dalwhinnie moest ik de Drumochterpas over. Dat ging heel geleidelijk tot meer dan 460 m hoogte. De afdaling ging grotendeels over een onverhard, vrijliggend fietspad. Maar... na een 50-tal km gaf de achterste binnenband er de brui aan. Repareren was niet meer mogelijk, vanwege een klein scheurtje vlakbij het ventiel. Pas nu, bij het vervangen van de binnenband, stelde ik vast dat de nieuwe buitenband die de fietsenmaker van Portree er had opgelegd, van het beruchte merk Cheng Shin Tire (afk. CST) is. De kwaliteit van die banden is verschrikkelijk slecht - zoals ik al eerder heb mogen ondervinden bij mijn racefiets. Maar... het ergste leed moest nog komen. Als overnachtingsplaats heb ik de camping 'Faskally Caravan Park' te Pitlochry uitgekozen. De zogenaamde 'Tent Field' bleek eerder een speelplaats, met vooral voetballende kinderen, dan een kampeerterrein. Er was enorm veel kabaal. Ik maakte me vooral zorgen om mijn dure tent - de Akto van Hilleberg. Ondanks de waarschuwingen van de ouders om zo voorzichtig mogelijk te zijn voor de tenten, en voor de auto's... belandde zo nu en dan toch een bal op een auto, en op een tent... en uitgerekend op die van mij... Er is gelukkig niets stuk. Maar toen die joelende bende nog een paar keer over de scheerlijnen van mijn tent struikelden, ben ik bij de receptie mijn beklag gaan doen. Ik heb mijn boeltje overhaast bijeen mogen pakken om naar een mij nieuw toegewezen plek te verhuizen. Dat was trouwens al tegen zonsondergang, toen ook de midges stilaan in actie waren  geschoten... Door het late vertrek en het fietsleed onderweg heb ik vandaag minder kilometers gereden dan ik had gewild en gekund - vanwege de lange en snelle afdaling tot Blair Atholl. Het zijn desondanks toch 72 kilometers geworden.

maandag 4 juli 2016

Dag 22

Vandaag heb ik veel bossen doorkruist, grotendeels over autoluwe wegen en vrijliggende fietspaden. Af en toe moest er nog eens flink geklommen worden, tot meer dan 450 m hoogte. Ik ben voorbij het slagveld van Culloden gereden. Hier werd in 1746 een bloederige slag geleverd, waarna de Highlands die de Jacobieten in hun opstand hadden gesteund aan een wrede militaire bezetting werden onderworpen door het Britse regeringsleger. Net voor het binnenrijden van Kingussie moest ik in een bocht omheen de ruïnes van de Ruthven Barracks, een militaire kazerne opgericht om de Highlands onder controle te krijgen, naar aanleiding van een eerdere opstand van de Jacobieten in 1715.
De voorafgeplande route heb ik kort na mijn bevoorrading te Carrbridge heel even verlaten voor een hiervan afwijkend traject over de nationale fietsroute nr. 7. Kort na het binnenrijden van het Cairngorms National Park begon het te motregenen, gevolgd door een plensbui. Later op de dag is het aanhoudend blijven motregenen. De camping van Newtonmore, een aanrader volgens een fietstrekker die ik onderweg ben tegengekomen, heb ik niet meer bereikt. Te Kingussie heb ik na her en der poolshoogte genomen te hebben, een geschikt onderkomen gevonden - voor een redelijke prijs - in het Sonnhalde Guest House.
Bernie, de eigenaar, vroeg me of ik een Vlaming of een Waal was. Omdat ik een Vlaming was, kreeg ik een kamer, grapte hij. Naar het waarom, verwees hij naar de historische banden tussen Vlaanderen en het Schotse koningshuis van Robert de Bruce. Zijn vrouw vertelde me achteraf dat hij nogal 'into history' is. Op de kilometerteller stond uiteindelijk 90 km. Kort na mijn intrek klaarde het weer op en scheen de zon. Had ik toch beter doorgereden naar de camping?

zondag 3 juli 2016

Dag 21

Wat heb ik vandaag zoal gegeten? Als ontbijt boterhammen met chorizo en honing - die ik in de open lucht, onder het motregenen en geplaagd door enkele midges heel snel naar binnen heb geschrokt (ik beet zelfs even op mijn lip) -; onderweg drie bananen, drie 'chunky kit-kats' en een grote appel - die ik gekocht had in een supermarkt te Alness -; drinken gebeurde uit de bidons, gevuld met leidingwater van de camping, en een flesje sportdrank; 's avonds wederom boterhammen, dit keer met salami milano en honing; en tot slot nog enkele kopjes thee. De rit van vandaag vond ik wat minder. Onderweg kruiste ik twee andere, evenzeer ontgoochelde fietstrekkers, uit Polen. Ze vroegen naar mijn 'impressions'. Ik heb elke dag onder het fietsen met volle teugen van het landschap kunnen genieten. Vandaag waren de vergezichten vaak door bebouwing, bomen, struiken, taluds enz. aan het oog onttrokken. Het parcours was weliswaar nog heuvelig, maar niet meer geflankeerd door hoge bergen; het schilderachtige decor ontbrak. Misschien ben ik in Schotland qua landschappelijk schoons tot nog toe wat verwend geweest. Oninteressant was de dag alleszins niet. Zo heb ik van heel dichtbij de acrobatische luchtstunts van een koppel wouwen mogen aanschouwen. Het heeft vrijwel heel de dag gemotregend; het was winderig en koud. Kort na het doorkruisen van Inverness, na 71km gefietst te hebben, had ik er genoeg van. Ik heb mijn intrek genomen in het 'Birchwood Guest House' te Westhill. Ik maak me allengs zorgen om nog op tijd in Newcastle te arriveren. De ferry vertrekt er op 13 juli, om 17u. Ik heb nog tien dagen om op zijn minst 700km te overbruggen. Zal het lukken...?

zaterdag 2 juli 2016

Dag 20

De route verliep verder doorheen de onherbergzame, verlaten valleien van de River Vagastie en de River Tirry, over de zeer autoluwe 'single roadtrack' van de A836 - dat is een heel smalle weg, welke op regelmatige afstanden is voorzien van 'passing places', om het kruisen en passeren van andere voertuigen mogelijk te maken. Vanmorgen bij het ontwaken was er geen wolkje aan de hemel. Geleidelijk aan stapelden de wolken zich op, eerst nog de goed-weer-wolken, na het stevige ontbijt - dat zoals gewoonlijk uit porridge, full scottish breakfast enz. bestond - bloemkoolwolken, en na boodschappen gedaan te hebben te Lairg donkerblauwe regenwolken, die me vanaf de rit langsheen de River Shin enkele keren op een plensbui hebben getrakteerd.
De brug over de River Oykel, te Invershin, heb ik niet kunnen nemen; die bleek een heel smalle voetgangersbrug te zijn, met te veel treden. De bewegwijzering van de nationale fietsroute gaf gelukkig nog een alternatieve route aan. Ik ben aldus doorgefietst tot Bonar Bridge, om te Ardgay terug aan te sluiten op de voorafgeplande route. Opgejaagd door een hevige plensbui heb ik aldaar een bezienswaardigheid gemist, denk ik; op de kaart stond 'stone circle'; spijtig !
De A836 - niet meer die idyllische, maar inmiddels een veel drukkere en snel bereden weg met twee rijstroken - leidde me tot Edderton, alwaar ik na 74 km gefietst te hebben, op het 'Dornoch Firth Caravan Park' mijn tent heb opgezet. Tussen de buien door ben ik er gelukkig in geslaagd een trekkersmaaltijd te bereiden, aangevuld met enkele boterhammen met honing, en ter afsluiting nog een thee met extra veel kandijsuiker.

vrijdag 1 juli 2016

Dag 19

Vandaag was het een topdag. De fysieke conditie was stukken beter dan gisteren - vanmorgen heb ik weer de reserves kunnen aanscherpen met een flinke portie porridge en full scottish breakfast. Op de kilometerteller stond weer wat meer : 80 km. Ik heb kunnen genieten van heel wat landschappelijks schoon, zoals de noordkust ter hoogte van Durness, met haar hoge kliffen en witte stranden, en de vergezichten op het desolate landschap van de Kyle of Tongue. En het weer zat voor de verandering eens mee. Het was een overwegend zonnige dag. Langs de westkust van Loch Eribol was het niettemin stevig opboksen tegen een krachtige zuidenwind. Die voerde heel wat regenwolken aan, waarvan zo nu en dan al een druppeltje voelbaar was, en die later op de middag, ter hoogte van Loch Loyal, roet in het eten gooiden met een fikse regenbui. Maar de dag kon niet meer stuk. Alleen moest ik in dat niemandsland een onderkomen zien te vinden. Geen levende ziel was er te bekennen. Slechts heel af en toe passeerde mij een auto. Loyal Lodge stond weliswaar op de kaart, maar was ter plaatse onvindbaar. Ik bereidde me al voor op een nachtje wildkamperen. Maar vlak voor Altnaharra kruiste ik twee fietsers die mij wisten te verzekeren dat een eindje verderop, in Altnaharra, een hotel gevestigd was. Er was zelfs meer : een B&B - het werd uiteindelijk nog moeilijk kiezen... Ik heb mijn intrek genomen in een zeer rudimentair ingerichte 'cabin', met gedeelde badkamer. Deze behoort toe tot het Altnaharra hotel, en kost zo'n £ 30,- minder dan een kamer. Mijn keuze was snel gemaakt. Als avondmaal heb ik wat brood met salami gegeten - net als gisteren -, dat ik eerder op de dag in Tongue gekocht had.